Streekjuwelen kennen een lange traditie. Ze werden gedragen in combinatie met klederdracht en maken deel uit van het culturele erfgoed van lokale gebieden.
Oorspronkelijk werden alle sieraden functioneel gemaakt. Daarna ging men ertoe over deze zoveel mogelijk te verfraaien. De goud- of zilversmid wilde zijn producten verkopen en maakte ze daarom niet alleen van goede kwaliteit, maar besteedde daarbij ook veel aandacht aan de decoratie en schoonheid ervan en versierde de juwelen met veel liefde voor het vak.
De sieraden werden steeds verfijnder en mooier. Zo werden bijvoorbeeld de afmeting van functionele speldeknoppen groter, de vormen fraaier en de versiering rijker. De smid toonde diens bekwaamheid op diverse manieren. Ten eerste in de vorm van het juweel, die vele variaties kan hebben. Ten tweede gebruikte hij een grote variatie aan versieringstechnieken: de juwelen werden glad uitgevoerd, maar ook gegraveerd, gedreven, gedecoreerd met afbeeldingen en draadwerk. Daarnaast is kleur ook zeer belangrijk: de juwelen werden rijkelijk bewerkt door bijvoorbeeld het gebruik van granaten, bloedkoralen en parels. Belangrijk hierbij is op te merken dat er voor verschillende gelegenheden verschillende mores werden gehanteerd. Goud en bloedkoraal werden gedragen 'uit de rouw', zilver en granaat in 'lichte' of 'halve rouw' en bij 'zware rouw' is alles zwart en droeg men juwelen met zwart glas (gitten).
Het dragen van deze streekjuwelen was een kwestie van status en het was dan ook iets waar men lang voor spaarde; zo werken jonge meisjes in Zeeland er een jaar voor om een dergelijk stuk te kunnen bezitten.
In onze aankomende veiling mogen we bij Veilinghuis De Eland en De Zon een collectie Zeeuwse streekjuwelen aanbieden. Zo hebben we diverse colliers met bloedkoralen en gitten, maar bevat de collectie ook keelknopen en broekstukken.
Keelknopen werden gebruikt om het hemd of boezeroen aan de bovenkant dicht te maken. In de boord zaten twee knoopsgaten en zo kon het stel knopen, welke door een ring bij elkaar gehouden, het hemd bij elkaar houden. Typerend is het Zeeuwse Knoopmotief; bestaande uit een reeks spinnekopjes met centraal één grote. Deze filigrain bewerkte knopen zijn veelal gemaakt van goud. In Zeeland is de keelknoop van grote afmeting, in de rest van Nederland werden ze kleiner gedragen.
De broeken die men bij de klederdracht droeg, hadden een andere sluiting dan hoe wij deze tegenwoordig kennen. De broekstukken werken op dezelfde manier als de keelknopen; het zijn twee grote ronde knopen die door middel van een platte ring aan elkaar vast zitten. Deze werd door twee grote knoopsgaten gestoken die in de broek waren aangebracht. De voorzijde van deze broekstukken is vaak gedecoreerd met een voorstelling van een boerenwagen, een wapen of van een ruiter.
Wilt u ook een dergelijk stukje lokaal ambachtschap in huis? Neem dan nu een kijkje in onze online catalogus